ANALYSE VAN HET RESULTAAT T.O.V. BEGROTING 2016 EN REALISATIE 2015 | |||||||||||||||||||||
A | B | C | (A-B) | (A-C) | |||||||||||||||||
x 1.000 EUR | 2016 | % | Begroting 2016 | % | 2015 | % | Verschil | % | Verschil | % | |||||||||||
Baten | Baten | Baten | tov B | tov C | |||||||||||||||||
3. | Baten | ||||||||||||||||||||
3.1. | Rijksbijdragen | 22.162 | 95% | 21.280 | 98% | 26.961 | 97% | 882 | 4% | -4.799 | -18% | ||||||||||
3.2. | Ov. overheidsbijdragen | 176 | 1% | 70 | 0% | 246 | 1% | 106 | 151% | -70 | -28% | ||||||||||
3.5. | Overige baten | 917 | 4% | 382 | 2% | 707 | 3% | 535 | 140% | 210 | 30% | ||||||||||
Totaal baten | 23.255 | 21.732 | 27.914 | 1.523 | 7% | -4.659 | -17% | ||||||||||||||
4. | Lasten | ||||||||||||||||||||
4.1. | Personeelslasten | 18.997 | 82% | 17.886 | 82% | 22.423 | 80% | 1.111 | 6% | -3.426 | -15% | ||||||||||
4.2. | Afschrijvingen | 653 | 3% | 582 | 3% | 748 | 3% | 71 | 12% | -95 | -13% | ||||||||||
4.3. | Huisvestingslasten | 1.863 | 8% | 2.058 | 9% | 2.241 | 8% | -195 | -9% | -378 | -17% | ||||||||||
4.4. | Overige lasten | 1.915 | 8% | 1.591 | 7% | 2.071 | 7% | 324 | 20% | -156 | -8% | ||||||||||
Totaal lasten | 23.428 | 22.117 | 27.483 | 1.311 | 6% | -4.055 | -15% | ||||||||||||||
Saldo baten en lasten | -173 | -1% | -385 | -2% | 431 | 2% | 212 | -55% | -604 | -140% | |||||||||||
6. Financiële baten en lasten | |||||||||||||||||||||
Financieel resultaat | 14 | 0% | 27 | 0% | 52 | 0% | -13 | -48% | -38 | -73% | |||||||||||
Totaal resultaat | -159 | -1% | -358 | -2% | 483 | 2% | 199 | -56% | -642 | -133% |
Algemeen
Sinds 2012 is het verplicht om in de jaarrekening naast een geconsolideerd overzicht ook een balans en een staat van baten en lasten op te nemen per bestuur (segmentatie). In de jaarrekening van 2016 is daarom een apart overzicht opgenomen waarin de enkelvoudige cijfers van Stichting Surplus worden vermeld.
Het boekjaar 2016 is met een negatief resultaat afgesloten van (-/- ) € 159.000 (2016: € 483.000). Begroot was een negatief resultaat van (-/-) € 358.000.
We werken in een dynamische omgeving waarin het niet altijd eenvoudig is om alles te begroten. Ook in 2016 was dit het geval. Zo is bijvoorbeeld De Sluis samengegaan met CBS De Regenboog in Anna Paulowna en was er onverwacht behoefte aan extra onderwijslocaties (NT2) voor de stroom asielzoekers. Het jaar 2016 kent daarom enkele afwijkingen ten opzichte van de begroting. In de volgende paragraaf geven we op hoofdlijnen de verschillen aan.
Analyse 2016 ten opzichte van de begroting 2016
Baten
De baten zijn in 2016 ongeveer 7% hoger dan verwacht. Door de onverwachte fusie van De Sluis met CBS De Regenboog hebben we meer fusiemiddelen ontvangen dan begroot. Daarnaast hebben we meer gelden ontvangen van het samenwerkingsverband, o.a. door meer zorgarrangementen en gelden voor de NT2-locaties. Verder hebben we meer baten dan begroot door veelal eenmalige oorzaken. Zo hebben we subsidie Wetenschap en Techniek ontvangen, met succes gebruik gemaakt van de ouderenvrijstelling van voorgaande jaren en meer inkomsten voor medegebruik. Tegelijkertijd hebben we, net als vorig jaar, meer medewerkers gedetacheerd dan begroot in het kader van mobiliteit, hetgeen zorgde voor hogere inkomsten.
Lasten
De totale lasten zijn 6% hoger. De personele lasten zijn 6% hoger geworden, mede door hogere verzuim- en invalkosten. Door het tekort aan invalkrachten hebben we extern moeten inhuren voor vervanging en inzet van NT2-leerkrachten. Gelukkig hebben we dit door hogere inkomsten deels kunnen opvangen. De afschrijvingslasten zijn € 71.000 hoger dan begroot. Bij het maken van de begroting konden we niet inschatten welk bedrag er ging worden afgeboekt door het sluiten van scholen en het niet meer in gebruik hebben van activa. De huisvestingslasten zijn € 195.000 lager dan begroot, vooral door een fors lagere dotatie (-/- 300.000) aan de voorziening onderhoud. Na analyse van het MOP is in overleg met de accountant besloten om hier een lager bedrag voor te reserveren dan begroot. Wel hebben we hogere kosten door huur van gebouwen, eenmalige verhuiskosten en schoonmaakkosten. De rubriek overige instellingslasten is met € 324.000 overschreden. Wel is het zo dat dit een saldo is van plussen en minnen. De plus wordt o.a. veroorzaakt door hogere kosten van PR en Marketing en de inhuur van de projectleider voor W&T, hogere uitgaven voor IKC-ontwikkelingen, juridische kosten, hogere uitgaven voor ICT en de voorbereidingskosten voor de samenwerking met Kopwerk. Tegenover de kosten voor W&T staan inkomsten, alsook voor een deel van de samenwerkingskosten.